Home / Lexicon

Lexicon

2-componenten-design / 2-piece-design – Elektronische sigaret die bestaat uit twee componenten: een batterij en een cartomizer.

3-componenten-design / 3-piece-design – Elektronische sigaret die bestaat uit drie componenten: een batterij, een atomizer en een cartridge.

510 – Type elektronische sigaret, voornamelijk 3-componenten-design, klein, voornamelijk manueel.

808 – Type elektronische sigaret, 2-componenten-design, schroeven en roken, kant en klaar, automatisch, klein en handig.

901 – Type elektronische sigaret, meestal manueel, klein, 2 of 3 componenten, minder voorkomend.

Ampul – De cartridge. Dit is het component dat de e-roker in de mond neemt bij het roken van de elektronische sigaret. De ampul of cartridge is de eigenlijke houder van de e-vloeistof. Heeft de cartridge een atomizer ingebouwd dan wordt dit een cartomizer genoemd.

Analoge sigaret / Analoog roken / A-roken – De naam die door elektronisch rokers wordt gegeven aan een gewone sigaret, een traditionele tabakssigaret.

APV – Advanced Personal Vaporizer. Elektronische sigaretten, vaak ook MOD genoemd die geavanceerder zijn dan de beginnerstoestellen. Vaak uitgerust met extra functionaliteiten, displays, uitneembare batterijen, software upgrades, enz…

Atomizer / Atty – Dit component (ook verwarmingselement genoemd) wordt op de batterij geschroefd. Het bevat een gloeispiraal en zorgt voor de verdamping van de vloeistof. De atomizer kan als losstaand component voorkomen (in een 3-componentent-design) of als deel van de cartomizer (in een 2-componenten-design). In dit laatste geval spreken we van een wegwerp atomizer, daar deze telkens mee vervangen wordt bij het plaatsen van een nieuwe cartomizer. De levensduur van de atomizer is sowieso beperkt en de efficiëntie daalt bij veelvuldig gebruik door afzetting en verbranding.

Automatische batterij / Automatische sigaret – Een sigaret die automatisch in werking treedt wanneer je trekt/zuigt aan het mondstuk. De verhitting en verdamping gebeurt automatisch dankzij een ingebouwde luchtgevoelige schakelaar. Je hoeft de elektronische sigaret ook niet aan/uit te schakelen. Trek je er niet aan, dan staat deze in uit-mode.

Batterij – Een belangrijk component van de e-sigaret is de batterij. Deze zorgt voor het leveren van energie aan de atomizer, zodat deze kan verhit worden. In het algemeen wordt gebruik gemaakt van Lithium ion batterijen. Over het algemeen bevindt zich aan het uiteinde van de batterij een LED die aangeeft wanneer ze geactiveerd is. Er bestaan automatische en manuele batterijen.

BDC – Bottom Dual Coil. Een clearomizer met 2 verwarmingselementen. De coils zitten aan de onderzijde van de tank, zodat de gebruiker ook de laatste liquid uit zijn tank kan consumeren.

Bijvullen – Bijvullen of Topping off is het fenomeen van een paar druppels e-vloeistof toe te voegen aan een cartridge die bijna leeg is. Vullen doe je bij een lege cartridge.

Bottom Feeder – Een type MOD of APV met ingebouwd reservoir voor e-liquid. De liquid kan door de gebruiker als het ware naar de atomizer/tank worden gepompt.

Box Mod – Vandaag is een Box Mod voornamelijk een MOD in blokvorm.

Brug / Bridge –  Een component uit gemaasd staal dat de vorm heeft van een “U”. Dit brugje trekt e-liquid uit de cartridge/tank om het naar de heating coil te transporteren.

Cartomizer / Cart – Een cartomizer is een atomizer en cartridge in één. De cartomizer is dus zowel de houder als verdamper van de e-vloeistof. Als de cartomizer leeg is vervang je meteen ook de atomizer.

Cartridge – Dit is het component dat de e-roker in de mond neemt bij het roken van de elektronische sigaret. De ampul of cartridge is de eigenlijke houder van de e-vloeistof. Heeft de cartridge een atomizer ingebouwd dan wordt dit een cartomizer genoemd.

Clearomizer – Een cartomizer die transparant is. Deze doorschijnende variant laat toe dat je de vloeistof daadwerkelijk kan zien. Een clearomizer bestaat uit een buisje met daarin een atomizer en een mondstuk of driptip.

Coil – Een spiraal, spoel, draadje of hoe je het ook wil noemen dat in de atomizer zit. De coil wordt verhit, gaat gloeien en verdampt de e-liquid.

Container – Bepaalde types elektronische sigaretten maken in tegenstelling tot een cartridge of cartomizer gebruik van een klein tankje waarin de vloeistof wordt opgeslagen.

Cutoff – De tijdspanne oftewel hoelang de batterij de atomizer activeert alvorens zich uit te schakelen om oververhitting te vermijden.

Damp – Vapor of damp is hetgeen geproduceerd wordt wanneer de e-vloeistof van vloeibaar naar gasvorm wordt omgezet. De damp die geproduceerd wordt is een soort geurloze waterdamp die onschadelijk en geurloos is.

Dampen – Een gangbare benaming voor het roken van een elektronische sigaret.

Dippen / Dipping – Naast druppelen bestaat er nog een alternatief voor het roken van je e-sigaret. Bij dipping, of dippen, steek je het brugje van de atomizer rechtstreeks in de e-vloeistof.

Disposable – Wegwerpsigaret. Deze sigaret werd ontworpen om na gebruik (als de e-vloeistof op is) weg te werpen. Doorgaans doe je met een wegwerpsigaret een halve tot één dag.

DIY – Do It Yourself. Maak je eigen e-vloeistof met aroma, basis en nicotine. Voorzichtigheid geboden!

Drip Tip – Oorspronkelijk: een drip tip was een hulpstukje om het comfortabeler te maken en ervoor te zorgen dat je geen e-vloeistof in je mond krijgt. Het was eigenlijk een mondstukje dat je kan bevestigen op (bepaalde types van) atomizers en cartomizers en waardoor je via een gaatje een aantal druppels e-vloeistof kan inbrengen. Vandaag refereert een driptip vooral naar het (meestal verwijderbare) uiteinde of mondstukje van je tank/dripper.

Droogroken / Dry Smoking – Er kunnen van een bepaalde smaak e-vloeistof restanten in de atomizer blijven zitten. Dit kan hinderlijk zijn wanneer je een nieuwe e-vloeistof wil proberen. Je kan dan je atomizer droogroken. Dit moet voorzichtig gebeuren want de atomizer kan beschadigd worden door oververhitting.

Droogbranden / Dry Burning – Je atomizer activeren wanneer er geen vloeistof meer in je toestel zit. Dit wordt gedaan om de coils te reinigen.

Druppelen / Dripping – In principe zorgt een metalen brugje dat de e-vloeistof in contact komt met de atomizer waar deze verdampt. Een alternatief is het zogenaamde dripping of druppelen. Dit is het rechtstreeks aanbrengen (of laten druppelen) van e-vloeistof op de atomizer. Druppelaars, wees voorzichtig!!!

Dry Hit – De vieze, onaangename (plastieke) smaak die je gewaarwordt wanneer je van een elektronische sigaret trekt waarvan het lont niet verzadigd is van e-liquid. Gebeurt vaak wanneer je e-liquid bijna op is.

Dual Coil – Een dual coil cartomizer beschikt over een dubbele gloeispiraal. Hierdoor is er een lagere weerstand en kan er meer rook geproduceerd worden. Het gebruik van dual coil cartomizers heeft een aantal consequenties wat betreft batterij en vloeistofkeuze.

e-roken / e-dampen – Gangbare benamingen voor het roken van een elektronische sigaret.

e-sig / e-cig / e-sigaret / e-cigarette – Verkorte vorm voor elektronische sigaret.

eGo / eGo-C / eGo-T – Type elektronische sigaret, grotere batterijen, groter dan analoge sgiaret, voornamelijk zelf e-vloeistof vullen, bij een -T model wordt de e-vloeistof vastgehouden in een tankje.

Elektronische Pijp – Een elektronische pijp is het zelfde als een elektronische sigaret maar gestyled in de vorm van een pijp, en met aangepaste flavors (smaken).

Elektronische Sigaar – Als je het bovenstaande gelezen hebt, zal je hier zelf wel iets kunnen bij indenken zeker?

Filler – De vulstof of vezels die in de cartridge zitten en de e-vloeistof vasthouden.

Flavor – Smaak. Elektronische sigaretten zijn in diverse smaken te verkrijgen. De smaak wordt bepaald door het soort smaakstof dat in de e-vloeistof werd toegevoegd.

Flooding – Dit gebeurt wanneer er teveel e-vloeistof in de atomizer zit. Als je meer e-liquid toedient aan de atomizer/cartomizer dan dat het reservoir of de vulstof kan vasthouden, kan je ze “flooden”. Overvloedig e-liquid zal dan aan de benedenzijde lekken.

IMR – Een type lithium-ion batterij dat vooral gebruikt wordt bij Mech Mods omdat ze geen electronica vereisen om het circuit te beschermen tegen overbelasting.

LED – Light Emitting Diode. Dit is het lampje dat aangeeft wanneer de batterij geactiveerd is. Bovendien wordt deze LED als indicator gebruikt bij het laden van de batterij.

LR-atomizer – LR staat voor Lage Resolutie. Een LR-atomizer kan de vloeistof meer verhitten, waardoor meer damp wordt gegenereerd.

mAh – Milliampere hour. Meet de capaciteit van de batterij. Voor standaard e-sigaretten mag je stellen dat je per puf twee mAh verbruikt.

Manuele batterij / Manuele sigaret – In tegenstelling tot een automatische batterij is dit en batterij met drukknopje. Met dit drukknopje bepaalt de gebruiker manueel wanneer hij de atomizer onder stroom zet. Dit laat toe om bijvoorbeeld voor te gloeien. Het systeem heeft zijn voor-en nadelen.

Mini-Sigaret – Een elektronische sigaret die kleiner is dan een gemiddelde sigaret, vaak is een mini-sigaret ongeveer even groot als een analoge sigaret.

MOD – Oorspronkelijk: Een MOD of modificatie is een aanpassing van één van de componenten met als doel ze beter te laten presteren. Meestal is het de bedoeling om meer rook te genereren of betere batterijprestaties te bekomen. Dit is niet ongevaarlijk en heeft wel eens een ongewenste explosie tot gevolg gehad. Vandaag wordt de term MOD vooral gebruikt voor fabriekstoestellen, groter en complexer dan standaard Vape Pennen.

Mondstukje / Mouthpiece – Het stukje dat de e-roker in de mond neemt, bij de analoge sigaret een filter. (Driptip)

Nicotine Level – De hoeveelheid nicotine aanwezig in de cartridge of e-vloeistof. Meestal uitgedrukt in mg/ml of %

Ohm – Meeteenheid van weerstand.  Elke atomizer heeft een bepaalde weerstand. Indien alle andere variabelen gelijk zijn, levert een atomizer met lagere weerstand een hoger vermogen en dus meer damp. (er komt wel meer bij kijken dan dit…)

Pass-through batterij (PT) – Een elektronische sigaret voorzien van een kabeltje met USB connector. Deze sigaret werkt op de stroom die via de USB poort wordt aangeleverd. Losgekoppeld kan ze niet gebruikt worden. Voornamelijk ideaal voor kantoorwerk of in de wagen.

Pen-Style / Penstijl – Een bepaald type elektronische sigaret dat qua uiterlijk lijkt op een pen.

Personal Vaporizer (PV) / Persoonlijke Nicotine Dispenser (PND) – Een andere benaming voor een elektronische sigaret.

Plantaardige Glycerine (VG) – Plantaardige Glycerine of Vegetable Glycerin is een drager van e-vloeistof. Het is een alternatief voor Propyleen Glycol (PG). Het wordt soms gebruikt omdat mensen allergisch zijn voor PG. Het gebruik is echter aan een aantal voorwaarden gebonden. Zo is het niet aan te raden VG te gebruiken in combinatie met LR-atomizers daar de verhitting zo extreem is dat er kankerverwekkende stoffen vrijkomen.

Polyfill – Het wattenmateriaal dat zich in een cartomizer bevindt om de e-vloeistof vast te houden.

PCC – Portable Charging Case – Een draagtasje voor e-sigaretten dat tegelijkertijd dienst doet als mobiel laadstation voor je batterijen.

PG – zie Propyleen Glycol

Primer Fluid –  E-liquid die geen smaak of nicotine bevat. Wordt vooral bij nieuwe producten gebruikt om te vermijden dat de coil droog wordt gebruikt.

Propyleen Glycol (PG) – Propyleen Glycol is een stof die als drager of basis gebruikt wordt van de e-vloeistof.

Protected Battery – Een lithium-ion batterij met een ingebouwd systeem om de batterij uit te schakelen in geval van falen.

PV – Personal Vaporizer – andere term voor elektronische sigaret, eerder gebruikt high end modellen.

Rebuildable Atomizer: Een atomizer die zo werd ontworpen dat de gebruiker alle componenten zelf kan vervangen.

Refilling – Het vullen van een lege cartridge met nieuwe e-vloeistof

Stacking: Meerdere batterijen in de configuratie gebruiken om een hoger voltage te bekomen. Dit kan pretty dangerous zijn….

Starter Kit – Een complete kit die alles bevat wat je nodig hebt om elektronisch te kunnen roken. In principe bevat de kit één of meerdere batterijen, atomizers en cartridges of cartomizers, een lader en een handleiding.

Steeping: Je e-liquid na aanschaf of productie een tijdje laten staan/rusten/rijpen alvorens te openen om de smaak meer tot zijn recht te laten komen.

Tank / (liquid)-tank – Bepaalde types elektronische sigaretten maken in tegenstelling tot een cartridge of cartomizer gebruik van een klein tankje waarin de vloeistof wordt opgeslagen.

Throat-hit – De rook die je inhaleert genereert een bepaald gevoel achteraan in de keel en/of longen van de roker. Throat-hit is de Engelse term die wordt gebruikt om deze sensatie weer te geven. Het roken van een analoge (traditionele) sigaret zorgt voor een kriebel in de keel. Throat-hit geeft aan hoe nauw het gevoel deze kriebel benadert. Naast het nicotine level zijn er tal van factoren die een rol hierin spelen. In het Nederlands wordt soms ook de term “gier” gebruikt.

Topping off – Bijvullen of Topping off is het fenomeen van een paar druppels e-vloeistof toe te voegen aan een cartridge die bijna leeg is.

Trekken / Trek – Aan het mondstuk zuigen om rook naar de mond of longen te laten circuleren.

Tripple Coil – Een tripple coil cartomizer beschikt over drie gloeispiralen. Hierdoor is er een lagere weerstand en kan er meer rook geproduceerd worden. Het gebruik van dual coil cartomizers heeft een aantal consequenties wat betreft batterij en vloeistofkeuze.

Variabel Voltage – Een batterij waarvan het voltage kan aangepast worden. Dit zorgt voor meer mogelijkheden in de zoektocht naar de perfecte damp, throat hit en smaak.

Variabel Wattage– Een batterij waarvan het wattage en voltage kan aangepast worden. Dit zorgt voor meer mogelijkheden in de zoektocht naar de perfecte damp, throat hit en smaak. Variabel wattage heeft nog een aantal andere voordelen t.o.v. variabel voltage die vooral met gebruiksgemak te maken hebben.

Vapen – Een gangbare benaming voor het roken van een elektronische sigaret.

Vape / Vapor / Vapour – Vapor of damp is hetgeen geproduceerd wordt wanneer de e-vloeistof van vloeibaar naar gasvorm wordt omgezet. De damp die geproduceerd wordt is een soort geurloze waterdamp die (behoorlijk) onschadelijk en (behoorlijk) geurloos is.

Verdamper – Dit component (ook verwarmingselement genoemd) wordt op de batterij geschroefd. Het bevat een gloeispiraal en zorgt voor de verdamping van de vloeistof. De atomizer kan als losstaand component voorkomen (in een 3-componentent-design) of als deel van de cartomizer (in een 2-componenten-design). In dit laatste geval spreken we van een wegwerp atomizer, daar deze telkens mee vervangen wordt bij het plaatsen van een nieuwe cartomizer. De levensduur van de atomizer is sowieso beperkt en de efficiëntie daalt bij veelvuldig gebruik door afzetting en verbranding.

VG – zie Plantaardige Glycerine

Vullen – Het vullen van een lege cartridge met nieuwe e-vloeistof.

VV – zie variabel voltage

VW – zie variabel wattage

Weerstand – zie Ohm

Wegwerpsigaret – Deze sigaret werd ontworpen om na gebruik (als de e-vloeistof op is) weg te werpen. Doorgaans doe je met een wegwerpsigaret (disposable) een halve tot één dag.

Wiek / Wicking – Een katoenen of katoenachtig draadje in de verdamper dat in contact staat met de coil. De e-vloeistof wordt via deze wiek getransporteerd naar de atomizer.

Google+